Hebban olla vogala
Sporen van het oudste Nederlands
‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu. Wat unbidan we nu?’ Deze krabbels op de laatste bladzijde van een handschrift met Oudengelse preken zijn de oudste verzen in het Nederlands. Omgezet in onze huidige taal: ‘Alle vogels zijn aan hun nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?’
Over de betekenis bestaat eensgezindheid, maar naar de herkomst van deze versjes kunnen we alleen maar raden. Mogelijk komen ze uit een liefdesliedje. Een monnik schreef ze op om zijn pen, een nieuwe ganzenveer, te testen. Hij woonde in een klooster in het Engelse Kent, maar was waarschijnlijk afkomstig uit het westen van het graafschap Vlaanderen. De versjes werden neergeschreven aan het eind van de 11e eeuw, maar zijn pas in 1932 ontdekt.
Oudenaarde, Archief OCMW, oorkonde nr. 542.
Deze schepenbrief van Bochoute is de oudste bewaard gebleven Nederlandstalige oorkonde (mei 1249) die geen vertaling is uit het Latijn. Boidin Molniser verkoopt 2,5 bunder land aan de Gentenaar Henric van den Putte, op voorwaarde dat hij het verder mag bewerken tegen betaling van een jaarlijkse erfrente van één mud tarwe en twee gesneden hanen.
Sporen van het oudste Nederlands
Hebban olla vogala mag dan het oudste stukje literatuur zijn dat we kennen, het is niet het oudst bewaarde Nederlands. Plaatsnamen en persoonsnamen vertonen sporen van een nog ouder Nederlands. De zele uit bijvoorbeeld Vlierzele of Dadizele betekent ‘woonplaats’. We gebruiken het woord nog altijd in de betekenis van ‘zaal’. In de middeleeuwse naam Adelbrecht herkennen we de woorden adel, dat nog steeds bestaat, en het in onbruik geraakte woord brecht, dat ‘schitterend’ betekende.
Wetenschappers denken dat het Oudnederlands zich vanaf het begin van de 5e eeuw ontwikkeld heeft uit het West-Germaans. De oudste woorden die we kennen, werden echter pas in de eerste helft van de 8e eeuw opgeschreven: het gaat om Oudnederlandse ‘glossen’, dat zijn korte omschrijvingen of vertalingen van Latijnse termen, die in de kantlijn of tussen de regels werden genoteerd. Daarnaast zijn er Oudnederlandse bezweringen en juridische formules bewaard. De langste tekst in het Oudnederlands is een commentaar op een Bijbelboek van omstreeks 1100.
Het Oudnederlands is in feite een verzamelnaam voor de Germaanse dialecten die in de Lage Landen werden gesproken. In de tweede helft van de 12e eeuw onderging het Oudnederlands enkele belangrijke veranderingen. Heldere eindklinkers werden doffer: hebban werd hebben, vogala werd vogele. Na die verandering spreken we van Middelnederlands.
Focuspunten
Ontdek nog meer over dit onderwerp
Non-fictie
Olla vogala: het verhaal van de taal van de Vlamingen, in Frankrijk en elders
Ed. Yoran, 2018.
Het verhaal van een taal: negen eeuwen Nederlands
Prometheus, 2003.
Het Nederlands vroeger en nu
Acco, 2011.
Hebban olla vogala: de mooiste liefdesgedichten uit de middeleeuwen
Bakker, 2002.
De taalgrens, of wat de Belgen zowel verbindt als verdeelt
Davidsfonds, 2012.
Schapenvellen en ganzenveren: het verhaal van het middeleeuwse boek
Davidsfonds, 1999. (12+)
15 eeuwen Nederlandse taal
Sterck & De Vreese, 2019.
Handgeschreven wereld: Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen
Prometheus, 2002.
Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300
Bakker, 2006.
Het Nederlandse liefdeslied in de middeleeuwen
Prometheus, 2021.
Het verhaal van het Vlaams: de geschiedenis van het Nederlands in de Zuidelijke Nederlanden
Standaard Uitgeverij, 2003.