Vastlegging taalgrens.

In sommige taalgrensgemeenten worden faciliteiten voor anderstaligen toegekend, zoals in de Vlaamse stad Ronse | Fotograaf Véronique Seynaeve.

Grenzen, taal & grondgebied
Lees dit artikel in:
Wanneer je de voorleesfunctie activeert, krijg je per paragraaf een balkje te zien waarmee je dat stukje tekst kan laten voorlezen.
1962 - 1963
Lees voor

De vastlegging van de taalgrens

België wordt een federale staat

De politieke betekenis van de Nederlands-Franse taalgrens was lange tijd beperkt gebleven. Door het streven van de Vlaamse beweging naar de eentaligheid van Vlaanderen werd de taalgrens echter voorwerp van debat. In 1962 werd ze wettelijk vastgelegd. Een jaar later volgde ook de afbakening van de tweetalige Brusselse agglomeratie. Dat was de opstap naar de federalisering van België.

Lees voor

Om taalconflicten op te lossen werd tussen de twee wereldoorlogen gekozen om de voertaal van bestuur, onderwijs en gerecht te laten samenvallen met de streektaal. Vanaf de jaren 1930 werd Nederlands de officiële taal in Vlaanderen en Frans in Wallonië. Brussel en omliggende gemeenten vormden een tweetalige agglomeratie in het Nederlandstalige gebied. Aan de oostgrens kwam er een Duitstalig gebiedde zogenaamde Oostkantons, die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog als ‘schadevergoeding’ aan België had afgestaan. .

Elke tien jaar zou een ‘talentelling’ georganiseerd worden. Op basis daarvan konden gemeenten van bestuurstaal veranderen. Uit schrik dat die tellingen, zoals in 1947, nadelig zouden uitvallen voor de Nederlandstalige gemeenten in de Brusselse rand, ijverde de Vlaamse beweging voor vaste taalgrenzen. Die kwamen er, na felle debatten, in 1962-1963. Het parlement legde de grens tussen het Frans- en het Nederlandstalige gebied vast en beperkte het tweetalige Brusselse gebied tot negentien gemeenten. De opdeling was natuurlijk hier en daar kunstmatig: veel grensgemeenten hadden inwoners uit twee taalgroepen.

Gaston Eyskens.

Belga Image.

Premier Gaston Eyskens (1905-1988) deelt in de Kamer van Volksvertegenwoordigers mee dat de unitaire staat is achterhaald (1970). Eyskens ijverde al sinds de jaren 1930 voor meer Vlaamse autonomie.

Lees voor

België wordt een federale staat

Nadat het levensbeschouwelijke conflict tussen links en rechts in België door het Schoolpact van 1958 was beslecht, kregen regionale tendensen in het land meer ruimte. De Vlaams-Waalse tegenstelling won daardoor aan belang.

In het begin van de jaren 1960 achtten velen een hervorming van de unitaire staat onvermijdelijk. De vastlegging van de taalgrens was een stap in die richting. In Vlaanderen klonk al langer de roep om culturele autonomie. Aan Waalse zijde wilden politici en vakbonden economische bevoegdheid om de industriële neergang te keren. Bovendien vreesden zij in België een politieke minderheid te worden, omdat de Waalse bevolking stagneerde. Partijen zoals de Volksunie, Rassemblement Wallon en het Brusselse Front démocratique des francophones (FDF) boekten succes door op te komen voor de eigen taalgroep of regio. De agitatie rond de splitsing van de tweetalige Leuvense universiteit bracht het communautaire debat in een stroomversnelling.

In 1970 sleutelde de regering van christendemocraat Gaston Eyskens voor het eerst aan de fundamenten van de Belgische staatsstructuur. De taalgrens werd grondwettelijk verankerd. De Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige Gemeenschap kregen beperkte bevoegdheden voor taal, cultuur en onderwijs. Daarnaast werd een Vlaams, Waals en Brussels Gewest opgericht met economische bevoegdheden. Op nationaal niveau garandeerden enkele maatregelen het machtsevenwicht tussen Vlamingen en Franstaligen. Beide taalgroepen kregen evenveel ministerposten.

De uitvoering van de hervorming leidde tot nieuwe twistpunten. Zo groeide de overtuiging dat een grondiger aanpassing van de staatsstructuur nodig was. In 1993 werd België na een ingrijpende herziening van de grondwet officieel een federale staat, samengesteld uit drie gemeenschappen en drie gewesten.

Focuspunten

Koepelzaal van het Vlaams parlement.

Wikimedia Commons.

In 1996 namen de leden van het Vlaams Parlement hun intrek in het voormalige Hôtel des Postes in Brussel. Het parlementsgebouw kreeg een grondige renovatie met de koepelzaal als bekroning. 

Lees voor

Vlaanderen, meer dan culturele autonomie

Na de eerste staatshervorming in 1970 groeiden de gemeenschappen en gewesten uit tot volwaardige deelstaten met een eigen regering en parlement. Ze kregen ook steeds meer bevoegdheden en financiële middelen van de nationale, later de federale, overheid. Zo werden de gemeenschappen bevoegd voor onderwijs, welzijn en gezondheid. De gewesten kregen zeggenschap over onder meer openbare werken, ruimtelijke ordening, huisvesting, arbeidsmarkt en landbouwbeleid.

Al in 1981 beslisten de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest om te fuseren, met één parlement en één regering met zetel in Brussel. Sindsdien staat een minister-president aan het hoofd van de Vlaamse regering. Aan Franstalige zijde bleven gemeenschap en gewest afzonderlijke structuren. Vanaf 1995 werd het Vlaams Parlement, zoals de parlementen van de andere deelstaten, rechtstreeks verkozen, waardoor het meer democratische legitimiteit verwierf.

Discussies over nieuwe staatshervormingen zijn sinds 1970 niet meer verstomd. Een gebrek aan eensgezindheid over de richting ervan leidde tot compromissen. Grote conflicten werden zo vermeden, maar de helderheid in de staatsstructuur had er wel onder te lijden. Voor de nationalistische strekkingen in Vlaanderen moeten nog meer bevoegdheden overgedragen worden aan de deelstaten, of moet Vlaanderen zelfs onafhankelijk worden. Andere partijen en groeperingen zien in grensoverschrijdende thema’s, zoals het klimaat en de energievoorziening, dan weer een reden om bepaalde bevoegdheden terug te brengen naar het Belgische niveau.

Matonge.

Wikimedia Commons, fotograaf Finne Boonen.

Brussel telt een levendige Congolese gemeenschap in de Matonge wijk. De wijk is ook de aankomstplaats voor veel Afrikaanse migranten.

Lees voor

Brussel, superdivers

In de discussies over de federalisering van het land bleef Brussel steeds een twistappel. De hoofdstad lag aan de Nederlandstalige kant van de taalgrens, maar de bevolking was er in de 19e en 20e eeuw sterk verfranst. Ook in de rand rond Brussel was de verfransing voelbaar. Zo werd de tweetalige agglomeratie als gevolg van de talentelling van 1947 uitgebreid van zestien naar negentien gemeenten.

In 1988 kreeg Brussel zijn huidige statuut. Voortaan vormden de negentien gemeenten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gewest werd zelf bevoegd voor plaatsgebonden materies, zoals ruimtelijke ordening en economie. Persoonsgebonden materies, zoals onderwijs, welzijn en gezondheid, werden de bevoegdheid van een Vlaamse en een Franstalige gemeenschapscommissie voor Brussel. De stad Brussel bleef tezelfdertijd de hoofdstad van België, hoofdstad van de Vlaamse gemeenschap en van de Franse gemeenschap.

Brussel werd ook Europese hoofdstad en dat vertaalde zich in de samenstelling van de bevolking. De vestiging van Europese instellingen in 1957 en de NAVONoord-Atlantische Verdragsorganisatie, westerse militaire alliantie onder leiding van de Verenigde Staten van Amerika, opgericht in 1949 in het kader van de Koude Oorlog, in het Engels: NATO, North-Atlantic Treaty Organisation. in 1967 – met in hun kielzog heel wat internationale organisaties en bedrijven – lokte een indrukwekkende variatie aan expats naar de Belgische hoofdstad. Daarnaast migreerden vanaf de jaren 1960 mensen vanuit alle hoeken van de wereld naar Brussel, op zoek naar een beter bestaan. De regio werd superdivers. In 2021 telde het Brussels Gewest 185 nationaliteiten. 35% van de 1,2 miljoen inwoners had een andere nationaliteit dan de Belgische. Frans blijft de meest gesproken taal, maar er zijn steeds meer taalgemengde en anderstalige gezinnen. Het Nederlands is er, na het Frans en het Engels, de derde meest gekende taal.

Renard speech Eenheidswet.
Belga Image, 4331.

De Waalse socialistische vakbondsleider André Renard (1911-1962) tijdens de grote winterstaking van december 1960-januari 1961. Federalisme moest Wallonië de hefbomen leveren voor economisch herstel.

In de zogenaamde Marsen op Brussel van 1961 en 1962 betoogden duizenden Vlamingen voor de vastlegging van de taalgrens en de begrenzing van de Brusselse agglomeratie. Hier ontmoeten Vlaamse manifestanten tegenbetogers bij de Tweede Vlaamse Mars op Brussel, 14 oktober 1962.
Leuven, KADOC-KU Leuven, KFA3958.

In de zogenaamde Marsen op Brussel van 1961 en 1962 betoogden duizenden Vlamingen voor de vastlegging van de taalgrens en de begrenzing van de Brusselse agglomeratie. Hier ontmoeten Vlaamse manifestanten tegenbetogers bij de Tweede Vlaamse Mars op Brussel, 14 oktober 1962.

Walen go home.
De Morgen, fotograaf Vertommen.

In 1966 eisten Vlaamse studenten de overheveling van de Franstalige afdeling van de Universiteit Leuven naar Wallonië. De kwestie werd in 1968 beslecht met de stichting van Louvain-la-Neuve bij Ottignies. Op dat ogenblik namen de studentenprotesten zowel in Leuven als in Gent al een meer duidelijk progressief en antiautoritair karakter aan.

Eerste congres Vlaamse liberalen.
Gent, Liberas.

Tussen 1968 en 1978 splitsen de drie traditionele politieke partijen op regionale basis. Hier de kopstukken van de Vlaamse Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) (Willy De Clercq, Herman Vanderpoorten, Frans Grootjans) in 1972. De Christelijke Volkspartij (CVP) splitste als eerste in 1968, de socialistische volgde in 1978.

Anti Egmont betoging.
Belga Image.

Het (mislukte) Egmontpact uit 1977 voorzag een federalisme met drie gelijke gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië). De Vlaamse beweging verzette zich tegen Brussel als volwaardig derde gewest. Betoging tegen het Egmontpact in 1978 in de Gentse Vlaanderenstraat.

Eerste Vlaamse regering.
Fotograaf Gino Zamboni.

De eerste Vlaamse regering, executieve genoemd, legt op 22 december 1981 de eed af. Ze wordt geleid door minister-president Gaston Geens en telt leden van alle partijen. Van links naar rechts: Jan Lenssens (CVP), Roger De Wulf (SP), Jacky Buchmann (PVV), Karel Poma (PVV), Gaston Geens (CVP), Marc Galle (SP), Rika Steyaert (CVP), Hugo Schiltz (Volksunie) en Paul Akkermans (CVP).

Koningskwestie.
Den Haag, Nationaal Archief.

De koningskwestie splijt het land. Kon Leopold III na de Tweede Wereldoorlog terugkeren als staatshoofd? In de volksraadpleging van maart 1950 was een hoofdzakelijk katholieke meerderheid in Vlaanderen voor, een hoofdzakelijk socialistisch-liberale meerderheid in Wallonië tegen. De socialistische partij had met deze affiche gewaarschuwd voor dit scenario.

Ontdek nog meer over dit onderwerp

Federalisme
Het Onvoltooide Land – de onschendbare taalgrens

Bron: VRT archief e.a – 26 apr 2009

Non-fictie


Barnard Benno & Van Istendael Geert
Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders)

Atlas Contact, 2022. 

Bouveroux Jos & Huyse Luc
Het onvoltooide land

Van Halewyck, 2009. 

Fonteyn Guido
Vlaanderen, Brussel, Wallonië: Een ménage à trois

Epo, 2014. 

Goossens Martine
Vijftig jaar Vlaams Parlement

Borgerhoff & Lamberigts, 2021.

Martens Wilfried
De memoires. Luctor et emergo

Lannoo, 2006.

Raskin Brigitte
De taalgrens, of wat de Belgen zowel verbindt als verdeelt

Davidsfonds, 2012. 

Reinsma Riemer
Wandelen langs de taalgrens

Contact, 2005. 

Reynebeau Marc
Een geschiedenis van België

Lannoo, 2021. 

Scheltiens Vincent
Met dank aan de overkant: een politieke geschiedenis van België

Polis, 2017. 

Tindemans Leo
De memoires. Gedreven door een overtuiging

Lannoo, 2002. 

Van Goethem Herman
De monarchie en ‘het einde van België’: een communautaire geschiedenis van Leopold I tot Albert II

Lannoo, 2008. 

Van Maele Brecht
Taalgrens 50 jaar

Snoeck, 2013.