Begijnhof Diest.

In de vroege 17e eeuw werden de oude lemen huizen van het begijnhof van Diest vervangen door stenen huizen. Het begijnhof in 2021 | Fotograaf Evelien Impens.

Zingeving & levensbeschouwing
Lees dit artikel in:
Wanneer je de voorleesfunctie activeert, krijg je per paragraaf een balkje te zien waarmee je dat stukje tekst kan laten voorlezen.
13e eeuw
Lees voor

Begijnhoven

Vrouwen verenigen zich

Begijnhoven zijn vandaag oases van rust in tal van steden. De oudste gaan terug tot de 13e eeuw. Groepjes ongehuwde, gelovige vrouwen, begijnen genoemd, gingen vanaf de late 12e eeuw samenleven in de stad. Eerst in een collectieve woning, convent genoemd, later ook in huisjes rond een binnenhof. Conventen vond men overal in West-Europa, begijnhoven vooral in de Nederlanden.

Lees voor

Een dertigtal begijnhoven is tot vandaag bewaard gebleven. De meeste zijn nog steeds herkenbaar in het stedelijk weefsel. Ze behielden immers hun muren en middeleeuws grondplan. De bewaarde huizen dateren veelal uit de 17e eeuw. Begijnen vind je er vandaag niet meer. De laatste Vlaamse begijn woonde tot 2005 in het begijnhof van Kortrijk. Begijnhoven hebben nu een sociale woonfunctie, herbergen musea en andere culturele instellingen en bieden bewoners en bezoekers een stilteplek in de stad. In 1998 erkende Unesco de begijnhoven van Brugge, Dendermonde, Diest, Gent, Gent-Sint-Amandsberg, Hoogstraten, Kortrijk, Leuven, Lier, Mechelen, Sint-Truiden, Tongeren en Turnhout als werelderfgoed.

Augusta Seurynck.

Kortijk, Stad Kortrijk.

Grootjuffrouw Augusta Seurynck (1895-1979) was een tijdlang overste van het begijnhof van Kortrijk, 1974.

Lees voor

Vrouwen verenigen zich

In de late middeleeuwen zochten heel wat mensen naar nieuwe manieren om hun geloof te beleven. Vanaf het einde van de 12e eeuw vestigden ongehuwde vrouwen en weduwen zich in de buurt van een kerk of klooster, om samen te werken en te bidden. Ze volgden het voorbeeld van enkele bekende, charismatische vrouwen, die probeerden eenvoudig en vroom te leven ‘in navolging van Christus’. De spilfiguren van de beweging waren vaak rijke, geletterde vrouwen, maar er waren ook armere begijnen. Die voorzagen in hun levensonderhoud door handenarbeid, in de textielsector of als wasvrouw. De begijnen werkten ook in hospitalen en weeshuizen.

Economische bloei leidde tot de groei van de Europese stedelijke centra. Steeds meer mensen, onder wie veel ongehuwde vrouwen, trokken naar de steden. In de begijnhoven vonden alleenstaande vrouwen een veilige, aantrekkelijke en maatschappelijk erkende woonplek, zonder dat ze hun economische zelfstandigheid helemaal kwijtraakten. Begijnen waren namelijk geen kloosterlingen. Ze legden geen gelofte van armoede af, wel van kuisheidseksuele onthouding. en vroomheidgodsdienstigheid. . Ze behielden hun bezittingen en konden het begijnhof verlaten, bijvoorbeeld om te huwen.

Een begijnhof werd geleid door hofmeesteressen, die verkozen werden door de begijnen. Maar de pastoor, de bisschop en de stedelijke overheid beperkten bewust de bewegingsvrijheid van de begijnen, uit wantrouwen tegenover deze gemeenschappen.

Focuspunten

Minderbroeders Sint-Truiden.

Fotograaf Greet Polleunis.

De minderbroeders (franciscanen) verlieten in 2019 na 800 jaar hun klooster in Sint-Truiden.

Lees voor

Nieuwe vormen van geloof

Begijnhoven waren deel van een bredere beweging van religieuze herbronning. Vanaf de 12e eeuw staken meerdere nieuwe, en soms dissidente, religieuze ideeën de kop op. We weten weinig over die afwijkende christelijke stemmen, maar wel dat ze vaak de clerus bekritiseerden. Ze vonden dat die zich onwaardig gedroeg en zijn religieuze taken verwaarloosde.

Populair waren de nieuwe bedelordenreligieuze orden die de nadruk leggen op armoede en leven van liefdadigheid. , zoals de franciscanen, dominicanen en karmelieten. Zij predikten in de volkstaal. Op openbare plaatsen in de steden bereikten ze zo honderden mensen tegelijk. Ze spraken over zonde en berouw en hoe het lijden van Christus tot voorbeeld strekte. Soms sneden ze ook maatschappijkritische onderwerpen aan.

De nieuwe opvattingen vonden een goede voedingsbodem in de economisch welvarende Zuidelijke Nederlanden. Geografische mobiliteit, bevolkingsgroei en bloeiende steden zorgden voor de snelle verspreiding van ideeën en bewegingen. Welvaart betekende ook beter geschoolde lekenmensen die geen religieuze wijding hebben ontvangen. . Die morrelden aan het monopolie van priesters en monniken op het vlak van religie. Vanaf de 12e eeuw werd het idee van de ‘navolging van Christus’ steeds populairder. Dat betekende dat ook een leek kon proberen te leven naar het voorbeeld van Christus. De religieuze beleving ‘democratiseerde’.

Hadewych.

Gent, Universiteitsbibliotheek, 941, fol. 49r.

Bladzijde uit een 14e-eeuws manuscript met de mystieke minneliederen van Hadewijch. Gent, Universiteitsbibliotheek, 941, fol. 49r.

Lees voor

De mystieke traditie

Een belangrijke inspiratiebron voor heel wat religieuze vernieuwingsbewegingen, zoals de begijnen, was de Franse abt en mysticus Bernardus van Clairvaux. Hij wilde in het begin van de 12e eeuw met zijn nieuwe kloosterorde, de cisterciënzers, terugkeren naar een streng en eenvoudig gemeenschapsleven en een rechtstreekse band met God. Mystieke vrouwen zoals Hadewijch toonden dat ook voor vrouwen een eigen religieuze beleving en relatie tot God mogelijk was. Over het leven van die 13e-eeuwse Brabantse mystica is bijna niets bekend. In haar geschriften spoorde ze haar volgelingen aan tot een leven in volledige overgave aan de liefde tot God.

Hadewijch en andere mystieke vrouwen spraken in de volkstaal over de Bijbel en over de mysteries van het geloof. Dat ze de nadruk legden op de rechtstreekse relatie van de gelovige met God, ook zonder priester, maakte hen bij kerkelijke gezagsdragers verdacht. Dat leidde tot vervolgingen. Ook de begijnen werden van ketterij beschuldigd. Ze zouden afwijken van het ware geloof. Het wantrouwen tegen hen mondde in 1312 uit in een verbod: paus Clemens V beval de ontbinding van de begijnenbeweging. Zo verdwenen de begijnen op veel plaatsen in Europa. In de Lage Landen bemiddelden de bisschoppen echter voor hun behoud: de begijnhoven kregen strengere reglementen en meer controle van priesters, maar konden blijven bestaan.

Rubroeck.
1480, Gent, Universiteitsbibliotheek, 693, fol. 5v.

Deze miniatuur toont Jan van Ruusbroec (1293-1381), terwijl hij geïnspireerd door de Heilige Geest (voorgesteld als een duif) zijn teksten schrijft. Ruusbroec behoort tot de beroemde mystici uit de wereldliteratuur. Hij verbleef lang in de priorij van Groenendaal (vandaag een onderdeel van Hoeilaart).

Werkzaamheden Mechelse begijnen.
Mechelen, Museum Hof van Busleyden, Werkzaamheden van de Mechelse begijnen, 1578.

Dit schilderij toont in 45 taferelen de bezigheden van de begijnen, begeleid door stichtende teksten. Daarnaast biedt het ook een gezicht op het Groot Begijnhof van Mechelen.

Lutgardis van Tongeren.
Antwerpen, Klooster van de Zwartzusters-Augustinessen.

Gaspar de Crayer, Christus aan het Kruis verschijnt aan de H. Lutgardis, 1653. De 13e-eeuwse mystica Lutgart van Tongeren (1182-1246) trad in bij de cisterciënzerinnen in het Franstalige klooster van Aywières. Volgens de legende vroeg ze Maria om de genadegave dat ze nooit Frans zou kunnen leren, zodat ze geen abdis zou moeten worden en zich helemaal aan een contemplatief leven zou kunnen wijden. Om die reden werd ze in de 19e eeuw patrones van de katholieke Vlaamse beweging.

Goetsbloets Begijnhof Brussel.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, Pierre Goetsbloets, 1795, ms. II 1492, vol. III, fol. 176v.

De Franse revolutionairen sloten de begijnhoven en confisqueerden hun bezittingen. Het begijnhof van Brussel kwam die klap nooit te boven. De laatste begijn overleed er in 1834.

Kantklossen Aalst.
Aalst, Stadsarchief, madeinaalst.be, Vincent Borreman.

Kantklossen in het begijnhof van Aalst in 1926. Kant maken is een oud kunstambacht dat wellicht in de 16e eeuw ontstond. Kant was eeuwenlang een luxeproduct. De kantwerksters leefden vaak in armoede. Vandaag leeft het kantklossen door als hobby en in de toeristische industrie.

Begijnhof Herentals.
Herentals, Erfgoedcel Kempens Karakter, Schenking Steven Anthonis.

Heel wat begijnhoven hadden te lijden onder de godsdienstoorlogen. Het begijnhof van Herentals werd om militaire redenen in 1578 volledig gesloopt, en pas later in de 17e eeuw weer opgebouwd elders binnen de stadswallen.

Ontdek nog meer over dit onderwerp

Karrewiet begijnen
Karrewiet

Bron: VRT archief – 17 apr 2019

Laatste begijn
10 jaar Man Bijt Hond

Bron: VRT archief, Woestijnvis – 11 sep 2007

Monumentenstrijd
Monumentenstrijd: Begijnhof Diksmuide

Bron: VRT archief, Canvas en Endemol – 7 feb 2007

Non-fictie


De Cant Geneviève, e.a.
Een onafhankelijke vrouwenwereld . Van de 12de eeuw tot heden. De Vlaamse begijnhoven

The Hervé Caloen Foundation, 2003. 

De Preter Anton, e.a.
Gelovige en verstandige vrouwen maken geschiedenis: over begijnen en begijnhoven in context

Halewijn, 2018. 

Felix Mieke, e.a.
Begijnhoven, eeuwenoud, eigentijds

Feathers On Wings, 2018. 

Felix Mieke
Stad van vrouwen. Over begijnen en begijnhoven

Davidsfonds, 2016. 

Gijsen Joris
Vlaamse begijnhoven ontdekken en beleven

Delta, 2000. 

Laporte Dirk & Horsten Frans
Begijnhoven in Vlaanderen

Openbaar kunstbezit, 2001. 

Triest Monica
Het besloten hof: begijnen in de Zuidelijke Nederlanden

Van Halewyck, 1998. 

Van Aerschot Suzanne & Heirman Michel
Vlaamse Begijnhoven. Werelderfgoed

Leuven, Davidsfonds, 2001. 

Van Oostrom Frits
Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300

Bert Bakker, 2006.

Vandenbroek Paul
Hooglied. De beeldwereld van religieuze vrouwen in de Zuidelijke Nederlanden, vanaf de 13de eeuw

Snoeck-Ducaju & Zoon, 1994. 

Watteeuw Lieve
De besloten hofjes van Mechelen: laatmiddeleeuwse paradijstuinen ontrafeld

Hannibal, 2018. 

Fictie


Jacques Maria
De vrouwen van het hof

Davidsfonds, 1994. 

Kiner Aline
De nacht van de begijnen

Ambo-Anthos, 2018. 

Nys Jef
Jommeke. Alarm in’t Begijnhof (nr. 190)

Ballon Media, 1996. 

Nys Jef
Jommeke. De ooievaar van Begonia (nr. 8)

Het Volk, 1961. 

Timmermans Felix
De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa, begijntjen

1918. 

Verbeeck Lydia
Toevluchtsoord

Manteau, 2007. 

Verbeeck Lydia
Spreeuwenjong

Manteau, 2008. 

Verbeeck Lydia
Verzegeld

Manteau 2009.