Aanhef van het Sociaal Pact.

Aanhef van het Sociaal Pact, 1944 | Brussel, Algemeen Rijksarchief, archief VBO 1394.

Macht & verzet
Lees dit artikel in:
Wanneer je de voorleesfunctie activeert, krijg je per paragraaf een balkje te zien waarmee je dat stukje tekst kan laten voorlezen.
1944
Lees voor

Het Sociaal Pact

De sociale zekerheid en de verzorgingsstaat

Op 20 april 1944, in volle oorlog, ondertekenden een aantal vakbondsleiders en werkgevers het ‘Voorontwerp van sociale solidariteit’. De voorstellen in dat document, beter gekend als het Sociaal Pact, veranderden de samenleving ingrijpend.

Lees voor

Voor 1940 genoten werknemers een beperkte sociale bescherming. Vakbonden en werkgeversorganisaties raakten het niet eens over de uitbreiding daarvan. Maar de dwangmaatregelen van de nazibezetter en de radicalisering van de arbeidersbeweging tijdens de oorlog deden hen naar elkaar toegroeien.

In 1941 begonnen enkele werkgevers en kopstukken van de vakbonden te onderhandelen. Het resultaat was het Sociaal Pact. Daarin gingen ze akkoord om na de oorlog een permanent overlegsysteem tussen vakbonden en werkgeversorganisaties op te zetten én een sterke sociale zekerheid uit te bouwen.

Na de bevrijding liet de socialistische minister van Arbeid en Sociale Voorzorg Achille Van Acker er geen gras over groeien. Op basis van het bereikte akkoord maakte hij in december 1944 een besluitwet die de sociale zekerheid invoerde. In de decennia erna kreeg het Sociaal Pact een haast mythische status, als fundament van de verzorgingsstaatook welvaartstaat genoemd, naar het Engelse welfare: bijstand. .

Staking Aalst.

Gent, Amsab-ISG, fo003470.

Arbeidsters blokkeren de fabriekspoort van de naaigarenfabriek Filature et Filteries Réunies in Aalst tijdens de algemene staking van 1936. Door de wekenlange werkstaking dwongen werknemers onder meer één week betaalde vakantie af.

Lees voor

De sociale zekerheid en de verzorgingsstaat

Op het einde van de 19e eeuw ontstonden dankzij de strijd van de arbeidersbeweging de eerste vormen van sociale bescherming. Werkloosheidskassen, ziekenfondsen en pensioenkassen moesten werknemers verzekeren tegen werkloosheid, ziekte en ouderdom. Het waren meestal vrijwillige verzekeringen en de werkgevers droegen er zelden aan bij. De initiatieven kregen vaak wel steun van de lokale of nationale overheid.

Tijdens de economische crisis van de jaren 1930 was de werkloosheid massaal. In het Westen groeide bij velen het geloof dat er een sterkere sociale bescherming nodig was. In België was het Sociaal Pact van 1944 de springplank om die te realiseren. Meteen na de oorlog kwam er een voor (bijna) alle werknemers verplichte verzekering tegen ziekte, invaliditeit en werkloosheid, samen met systemen voor pensioenen en kinderbijslag. Zowel werknemers als werkgevers betaalden hiervoor bijdragen. De overheid controleerde en subsidieerde het systeem. Vakbonden, ziekenfondsen en kinderbijslagkassen zorgden voor de uitbetalingen.

De sociale zekerheid was niet perfect. Zelfstandigen en sommige werknemers kregen eerst geen toegang. Ook jongeren en vrouwen vielen vaak buiten de boot. Het systeem ging voornamelijk uit van voltijds werkende, volwassen, mannelijke kostwinners. Toch vormde de sociale zekerheid de basis van de naoorlogse verzorgingsstaat.

Focuspunten

ACV

Leuven, KADOC-KU Leuven.

Interprofessionele akkoorden zorgden vanaf 1960 voor nieuwe sociale voordelen. Rerum Novarumoptocht van de christelijke arbeidersbeweging in Antwerpen, 1962.

Lees voor

Vakbonden en werkgevers worden sociale partners

Al voor de Tweede Wereldoorlog stonden arbeiders en bedienden niet meer machteloos tegenover hun werkgevers. Dankzij hun grote aanhang en succesvolle stakingen hadden de socialistische en christelijke vakbonden erkenning verworven als vertegenwoordigers van de werknemers. Vanaf 1919 ontstonden er bijvoorbeeld in een aantal economische sectoren paritaire gelijk in aantal. comités, waarin vakbonden en werkgevers onderhandelden over lonen en werkomstandigheden.

Maar behalve in een aantal grote bedrijven hadden de vakbonden weinig te zeggen. ‘Klassenstrijd’ bleef daarom belangrijker dan overleg. Betere sociale voorwaarden dwongen werknemers af met actie. De wekenlange algemene werkstaking van 1936 zorgde bijvoorbeeld voor de eerste wettelijk verplichte betaalde vakantie van zes dagen per jaar.

Het Sociaal Pact luidde verandering in. Overleg op gelijke voet tussen werknemers en werkgevers moest de norm worden. Nieuwe wetten legden dat principe vast in officiële overlegorganen, van de nationale Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, over de paritaire comités per bedrijfssector, tot ondernemingsraden in grotere bedrijven. Stakingen waren nog altijd niet uitgesloten, maar de verwachting was dat samenwerking belangrijker zou worden dan strijd.

Dat het overlegsysteem de volgende decennia goed werkte, had veel te maken met de naoorlogse economische groei en de stijging van de arbeidsproductiviteit. Het aantal sociale conflicten verminderde. Vakbonden en werkgevers sloten vanaf 1960 interprofessionele akkoorden af, waarin voor alle werknemers in de privésector een basisplatform van sociale voordelen werd afgesproken.

Sociaal overleg 1998.

Gent, Amsab-ISG, fo023944, Dieter Telemans/rechten SOFAM België.

De Vlaamse sociale partners (vakbonden en werkgevers) in overleg met de Vlaamse regering, 1998.

Lees voor

Actuele uitdagingen voor de verzorgingsstaat

Tot op vandaag bepalen de sociale zekerheid en het sociaal overleg in belangrijke mate de samenleving. Maar beide kennen ook grote uitdagingen.

Vanaf de jaren 1970 bemoeilijkten economische crisissen de financiering van de sociale zekerheid. Hoge werkloosheidcijfers zorgden voor minder inkomsten en meer uitgaven. Werkgevers werden minder happig om bij te dragen aan een systeem met een van de hoogste loonkosten van Europa. Voor hen werd internationale competitiviteit belangrijker dan productiviteit. Sommige werkgevers stelden ook het sociaal overleg in vraag: ze geloofden niet meer in grote akkoorden tussen vakbonden en werkgeversorganisaties.

Bovendien veranderde de maatschappij zelf. Na de Tweede Wereldoorlog was er door een babyboom geen gebrek aan werkkrachten en was ‘volledige tewerkstelling’ een beleidsdoel. Maar in de 21e eeuw gingen de babyboomersde twee decennia na het einde van Tweede Wereldoorlog kenden een hoog geboortecijfer, vandaar babyboom. op pensioen en waren er minder jongeren om hun plaats in te nemen. Daardoor stegen de pensioenuitgaven, terwijl de bijdragen van nieuwe werknemers daalden.

En dan is er het besef dat de mensen die de sociale zekerheid het meest nodig hebben, er vaak minder voordeel bij hebben dan wie sociaal en financieel al sterk staat. Die laatste groep vindt immers sneller de weg naar allerlei uitkeringen en voordelen. Nieuwe vormen van flexibele arbeid geven ook minder toegang tot de sociale zekerheid. De armoedeproblematiek blijkt niet gemakkelijk op te lossen.

Unie van Hand- en Geestesarbeiders.
Brussel, Cegesoma/ Rijksarchief.

Een activiteit van de Unie van Hand- en Geestesarbeiders. Deze met de Nieuwe Orde sympathiserende ‘eenheidsvakbond’ kwam in 1940 tot stand onder druk van de Duitse bezetter. Staken was verboden.

Gent, Amsab-ISG, fo004645, Louis Van Cauwenbergh.

De Brugse socialist Achille van Acker was een van de architecten van de naoorlogse sociale zekerheid.

Kommunistische Partij.
Brussel, CArCoB fotocollectie.

Onmiddellijk na de bevrijding was de Kommunistische Partij door haar rol in het verzet een belangrijke politieke factor in België. De radicalisering van de linkerzijde verklaart mede de bereidheid van de werkgevers om het overlegmodel te aanvaarden.

Loketten.
Gent, Amsab-ISG, fo014888.

De loketten van de werkloosheids- en stakingsdienst van de socialistische vakbond in Antwerpen, jaren 1920.

SERV.
Belga Image, 910316.

Door de staatshervorming kregen de sociale partners ook een plaats in de Vlaamse overleg- en adviesstructuur. In 1985 werd de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) geïnstalleerd.

Ontdek nog meer over dit onderwerp

ACW
Panorama

Bron: VRT archief, KADOC,Smalfilmstudio, Archief Emiel Hendriks – 12 mei 1983

Sociale zekerheid
Histories – Achiel Van Acker , Journaal

Bron: VRT archief, AMSAB – 26 jan 1999

Non-fictie


Brepoels Jaak
Wat zoudt gij zonder ‘t werkvolk zijn? De geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging 1830-2015

Van Halewyck, 2015. 

Gerard Emmanuel
De schaduw van het interbellum België, 1918-1939

Lannoo, 2017.

Gerard Emmanuel (red.)
De christelijke arbeidersbeweging in België

2 dln., UPL, 1991. 

Luyten Dirk & Vanthemsche Guy (red.)
Het Sociaal Pact van 1944. Oorsprong, betekenis en gevolgen

VUBPress 1995. 

Luyten Dirk
Het Sociaal Pact van 20 april 1944: kanttekeningen bij een politieke tekst

Brood & Rozen, 2015, 4, p.26-49. 

Luyten Dirk
Sociaal-economisch overleg in België sedert 1918

VUBPress, 1995. 

Ongena Ophelia
Een geschiedenis van het sociaaleconomisch overleg in Vlaanderen (1945-2010). 25 Jaar SERV

Academia Press, 2010. 

Peiren Luc
Wij zijn de AC: 100 jaar Algemene Centrale ABVV, 200 jaar syndicale geschiedenis

AMSAB, 2008. 

Vanthemsche Guy
De beginjaren van de sociale zekerheid in België, 1944-1963

VUB Press, 2014. 

Vercauteren Gregory
In naam van de sociale vooruitgang: de rol van de overheid in het sociaal overleg in België (1944-1981)

Acco, 2007. 

Fictie


Van Den Broeck Walter
Groenten uit Balen

De Bezige Bij, 1972. 

Raskin Brigitte
Het koekoeksjong

Kritak, 1995. 

Zielens Lode
Moeder, waarom leven wij?

Houtekiet, 1999. 

Geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid