De jeugdbeweging van Jozef Cardijn
Verzuiling en secularisatie
Jozef Cardijn is een priester. Hij is boos omdat veel jonge arbeiders het slecht hebben op hun werk. Daarom begint hij de KAJ: de Katholieke Arbeiders-jeugd.
Van 1912 tot 1915 is Cardijn priester in de gemeente Laken. Hij ziet er hoe jonge arbeiders slecht behandeld worden op hun werk. Veel jongens en meisjes stoppen al op 14 jaar met school. Dan gaan ze werken. Hun werk is zwaar en gevaarlijk. En ze krijgen vaak weinig loon.
Een beter leven
Cardijn wil een beter leven voor jonge arbeiders. Daarom organiseert hij activiteiten voor jongens uit de fabrieken. Die groepen van jongens noemt hij de Katholieke Arbeiders-jeugd of KAJ. Later komen er ook groepen voor meisjes.
De jongens en meisjes van de KAJ krijgen les over godsdienst. Ze leren ook actievoeren. Bijvoorbeeld voor betere regels op het werk.
De KAJ groeit snel. Na de Tweede Wereldoorlog komen er zelfs groepen in de hele wereld.
Leuven, KADOC-KU Leuven. Beeldarchief KAJ/VKAJ. 137.
Kajotters op het Jubelcongres op de Heizel, 1935.
Groepen in de samenleving
In de tijd van Cardijn zijn er veel katholieke organisaties. Er is een katholieke politieke partij. Er zijn ook katholieke scholen, ziekenfondsen en vakbonden. En sportclubs of bioscopen.
De katholieke organisaties maken reclame voor de katholieke ideeën. Zo heeft de katholieke Kerk veel invloed. Op de mensen, en op de politiek.
Zuilen
Ook de socialisten en de liberalen hebben hun eigen organisaties. Ze hebben eigen ziekenfondsen, clubs en vakbonden. Die maken ook reclame voor hun ideeën.
Zo zijn er katholieke, socialistische en liberale groepen in de samenleving. We noemen die groepen ‘zuilen’. Elke zuil vindt zijn ideeën de beste. En elke zuil wil mensen weghouden van de andere ideeën.
Minder sterke groepen
Na de Tweede WereldoorlogDe Tweede Wereldoorlog duurt van 1939 tot 1945, in België van 1940 tot 1944. gaat het goed met België. Meer jongeren gaan langer naar school. Er is ook meer vrije tijd.
De mensen blijven niet meer binnen één zuil. Ze kiezen van alle groepen wat ze goed vinden of nodig hebben. Zo gaan sommige kinderen naar een katholieke school, terwijl hun ouders lid zijn van een socialistische vakbond.
De verschillende groepen blijven wel bestaan. Ze hebben belangrijke diensten, zoals ziekenhuizen. Of ze geven advies over lonen of pensioenen.
Focuspunten
Ontdek nog meer over dit onderwerp
Non-fictie
De jaren ’30 in België: De massa in verleiding
Ludion, 1994.
Cardijn. Een mens, een beweging
KADOC Jaarboek, 1982.
Door eigen werk sterk. Geschiedenis van de kajotters en de kajotsters in Vlaanderen, 1924-1967
KADOC, 2004.
Tussen bescherming en verovering. Sociologen en historici over zuilvorming
UPL, 1988.
De christelijke arbeidersbeweging in België
2 dln., UPL, 1991.
De verzuiling voorbij
Kritak, 1987.
Het volk in beweging. Beweging voor het volk: 125 jaar ACW Gent-Eeklo
Vanden Broele, 2016.
Het Vlaamse platteland in de fifties
Davidsfonds Uitgeverij, 2012.
Voor u, beminde gelovigen: het Rijke Roomse leven in Vlaanderen 1920-1950
Lannoo, 1993.
Cardijn en de KAJ een wereld in beweging
Uitgeverij Averbode, 2017.
Ieder voor allen. De Belgische Boerenbond 1890-1990
LUP, 1990.
Fictie
Een mens is maar een wandelaar
Davidsfonds Uitgeverij, 2018.
De bolhoed van mijn vader: herinneringen uit de kersentijd
Polis, 2015.