De ets Misère des Flandres (1848) getuigt van de toenmalige armoede in Oost- en West-Vlaanderen | Leuven, Centrum Agrarische Geschiedenis, B00001861.

Migratie
Lees dit artikel in:
1845 - 1847
Lees voor

De aardappelcrisis

‘Arm Vlaanderen’

In de jaren 1800 is de aardappel belangrijk voedsel voor veel mensen in Europa. Maar tussen 1845 en 1847 besmet een ziekte de aardappelplanten. De oogst mislukt in grote delen van Europa. Daardoor hebben veel mensen honger.

Lees voor

In België begint de ziekte in de streek rond Kortrijk. Dat is in de zomer van 1845. De ziekte verspreidt zich heel snel in het noordwesten van Europa. In 1846 mislukken ook nog de oogsten van rogge en tarwe, de soorten graan waarvan brood gemaakt wordt.

De gevolgen zijn verschrikkelijk. In België is er hongersnoodAls veel mensen lange tijd te weinig voedsel hebben. . De crisis is het ergst in Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Daar was al veel armoede. Tussen 1845 en 1847 sterven in België ongeveer 44.000 mensen door honger en ziekte. In Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen sterven de meeste mensen.

Weefgetouw.

Kortrijk, Texture – Museum van vlas en textiel.

In de eerste helft van de 19e eeuw hadden tienduizenden gezinnen een eenvoudig weefgetouw in huis. Met het weven van linnen stoffen vulden ze hun beperkte inkomen uit de landbouw aan.

Lees voor

In de jaren 1800 werken veel mensen in Vlaanderen als boer. De meeste boeren zijn arm. Om een beetje extra geld te verdienen, doen ze ook ander werk. Ze maken bijvoorbeeld draad van vlasEen plant waarvan je draad voor kleding of doeken kan maken.  en ze weven stoffen. Dat gebeurt vooral in de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. De boeren doen dat werk niet in grote fabrieken, maar thuis. Met eenvoudige werktuigen in plaats van met machines.

Minder loon voor het werk

De stoffen van de boeren worden verkocht aan het buitenland. Maar de boeren krijgen steeds minder geld voor hun werk. Rond 1830 hebben de Britten al machines om draad te maken. Zo kunnen ze veel goedkope draad maken. De Vlaamse boeren die thuis zonder machines werken, kunnen dat niet. Ze worden steeds armer.

Daarbij komt in 1845 de aardappel-crisis. Honger, armoede en ziektes zorgen in Vlaanderen voor veel ellende. De grote armoede op het Vlaamse platteland duurt tot het einde van de jaren 1800. Daarom zeggen de mensen nog heel lang: ‘Arm Vlaanderen’.

Focuspunten

Het boek van botanicus Carolus Clusius, Rariorum plantarum historia, uit 1601 bevat de oudste in West-Europa bekende afbeelding van een aardappelplant.

Antwerpen, Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, MPM.TK.516.

Het boek van botanicus Carolus Clusius, Rariorum plantarum historia, uit 1601 bevat de oudste in West-Europa bekende afbeelding van een aardappelplant.

Lees voor

Het succes van de aardappel

De aardappelplant komt uit de bergen van Zuid-Amerika. De Spanjaarden brengen de plant in de jaren 1500 vanuit Zuid-Amerika naar Europa. Een tijd later, in de jaren 1700, wordt de aardappel populair in de Lage LandenOngeveer het gebied van België en Nederland. .

De aardappelplant heeft een groot voordeel tegenover graan. Met een veld vol aardappelen kan je veel meer mensen eten geven dan met een veld vol graan. Dat is belangrijk voor Vlaanderen, want er wonen veel mensen. Het is ook belangrijk voor de boeren, want die hebben hier maar kleine stukken grond.

Belangrijker dan graan

Zo wordt de aardappel snel belangrijker dan graan. Hij is populair bij rijk en arm. Vooral de armste mensen eten veel aardappelen. Die zijn goedkoper dan brood. Aardappelen eten maakt de mensen gezonder. Daardoor stijgt het aantal mensen heel snel vanaf 1750.

Maar het is ook een probleem dat de aardappel zo populair is. Want als de oogst in de jaren 1845-1847 mislukt, is er niet zoveel ander eten. Daardoor is er zoveel honger en ellende in grote delen van Europa.

Seizoensarbeiders.

Koekelare, Fransmansmuseum.

Tot in de 20e eeuw gingen veel Vlamingen als seizoenarbeider in Frankrijk werken, hier West-Vlamingen in de bietenteelt.

Lees voor

Weg uit Vlaanderen

In de jaren 1880 is er opnieuw een crisis in de landbouw. Graan uit Amerika is goedkoper en  boeren verdienen steeds minder. Veel kleine Vlaamse boeren moeten ergens anders werk zoeken. Sommigen gaan naar de stad. Anderen gaan naar Noord-Frankrijk. Daar gaan ze bijvoorbeeld werken in de fabrieken van Rijsel. Of op de suikerbiet-veldenSuikerbiet is een soort wortel waar suiker van gemaakt wordt. op het platteland. Op het einde van de jaren 1800 zijn er ongeveer een half miljoen Belgen in Frankrijk.

Naar Wallonië en verder

Nog anderen gaan werken in fabrieken en steenkoolmijnen in Wallonië, in steden als Luik of Charleroi. Vlamingen wonen er in aparte wijken. Ze willen hun taal en cultuur zoveel mogelijk houden.

Om werk te vinden, steken sommige Vlamingen zelfs de oceaan over. Vanaf de jaren 1870 gaan veel mensen met de boot van Antwerpen naar de Verenigde Staten van Amerika. Daar beginnen ze een nieuw leven. Tot aan de Eerste WereldoorlogDe Eerste Wereldoorlog duurt van 1914 tot 1918. gaan er meer mensen weg uit Vlaanderen dan dat er komen wonen.

Vanaf 1843 emigreerden honderden werkloze en minder vermogende Belgen naar Tomás de Castilla, een havenplaats aan de Atlantische kust van Guatemala, aangetrokken door valse beloften. De kolonie draaide uit op een mislukking en werd in 1854 opgeheven.
Londen, British Library, Mechanical curator collection, HMNTS 10480.e.21.

Vanaf 1843 emigreerden honderden werkloze en minder vermogende Belgen naar Tomás de Castilla, een havenplaats aan de Atlantische kust van Guatemala, aangetrokken door valse beloften. De kolonie draaide uit op een mislukking en werd in 1854 opgeheven.

Arm Vlaanderen.
Antwerpen, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, C 155396.

Vlaanderen bleef nog lang na de aardappelcrisis bekend staan als een regio getekend door grote materiële en geestelijke armoede. ‘Arm Vlaanderen’ werd zeker na het verschijnen van de gelijknamige roman van Isidoor Teirlinck (1851-1934) en Reimond Stijns (1850-1905) in 1884 een staande uitdrukking.

Pierre de Geyter (1848-1932), die in Gent geboren was, migreerde als kleine jongen met zijn ouders naar Rijsel. Hij volgde er avondschool en schreef in 1888 de muziek voor L’Internationale. Het groeide uit tot hét mondiale strijdlied van arbeidersbewegingen.
Wikimedia Commons.

Pierre de Geyter (1848-1932), die in Gent geboren was, migreerde als kleine jongen met zijn ouders naar Rijsel. Hij volgde er avondschool en schreef in 1888 de muziek voor L’Internationale. Het groeide uit tot hét mondiale strijdlied van arbeidersbewegingen.

Eugène Laermans, De landverhuizers, 1894. Tot in de vroege 20e eeuw telde Vlaanderen veel ‘landverhuizers’: arme Vlamingen die elders op zoek gingen naar werk en een beter leven.
Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.

Eugène Laermans, De landverhuizers, 1894. Tot in de vroege 20e eeuw telde Vlaanderen veel ‘landverhuizers’: arme Vlamingen die elders op zoek gingen naar werk en een beter leven.

De in Heule geboren auteur Stijn Streuvels (1871-1969) beschreef in Het leven en de dood in den ast (1926) het harde labeur van seizoenarbeiders in een droogoven voor cichoreiwortels, die werden verwerkt tot een goedkoop alternatief voor koffie. Cover van de eerste de eerste aparte druk van Het leven en de dood in den ast in 1944.
Antwerpen, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, 835607.

De in Heule geboren auteur Stijn Streuvels (1871-1969) beschreef in Het leven en de dood in den ast (1926) het harde labeur van seizoenarbeiders in een droogoven voor cichoreiwortels, die werden verwerkt tot een goedkoop alternatief voor koffie. Cover van de eerste de eerste aparte druk van Het leven en de dood in den ast in 1944.

Heel wat seizoenarbeiders kwamen uit het Hageland, een arme rurale streek. Ze werden ‘Fransmans’ genoemd. Pastoor Jozef Willems (1922-2009) was jarenlang hun aalmoezenier. Hij kreeg een standbeeld aan de Sint-Niklaaskerk in Rillaar (deelgemeente van Aarschot).
Jan Peirelinck | Molenstede (@ Sabam Belgium 2023)

Heel wat seizoenarbeiders kwamen uit het Hageland, een arme rurale streek. Ze werden ‘Fransmans’ genoemd. Het ACV eerde hen met een standbeeld van Jan Peirelinck aan de Sint-Niklaaskerk in Rillaar (deelgemeente van Aarschot). Pastoor Jozef Willems (1922-2009) was jarenlang hun steun en toeverlaat.

Ontdek nog meer over dit onderwerp

Aardappelcrisis
Echo

12 nov 1961
Bron: VRT archief

Non-fictie


Bruneel Dieter
‘La misère des Flandres in trans-atlantisch perspectief’, in: Wereldgeschiedenis van Vlaanderen

Polis, 2018, 297-303. 

De Winne August
Door arm Vlaanderen,

Van Halewyck, 2001 (heruitgave van het gelijknamige boek uit 1903). 

Demasure Brecht
Boer. Het noeste leven in West-Vlaanderen

Hannibal Books, 2017. 

Goddeeris Idesbald & Hermans Roeland (red.)
Vlaamse migranten in Wallonië 1850-2000

LannooCampus, 2011.  

Musschoot Dirk
Van Franschmans en Walenmannen. Vlaamse seizoenarbeiders in den vreemde in de 19de en 20ste eeuw

Lannoo, 2008.  

Stynen Andreas (red.)
Boer vindt land. Vlaamse migranten en Noord-Amerika

Davidsfonds, 2014. 

Van Mieghem Tom
Vlamigrant. Over migratie van Vlamingen vroeger en nu

Davidsfonds, 2014. 

Van Molle Leen & Segers Yves
Leven van het land. Boeren in België, 1750-2000

Davidsfonds, 2004. 

Fictie


Sax Aline
Wij, twee jongens

Davidsfonds Infodok, 2022. (16+) 

Teirlinck Isidoor & Stijns Reimond
Arm Vlaanderen

Vlaams Boekenfonds, 1984.